ROM (Routine Outcome Monitoring)

Routine Outcome Monitoring is de methode waarmee Promentis het effect van de behandelingen meet op basis van gevalideerde vragenlijsten. Tussen oktober 2020 en mei 2021 heeft ons onderzoeksbureau met Promentis vragenlijsten afgenomen, namelijk de BSI, de MANSA-16 en de UCL.

Periode: oktober 2020 - mei 2021

1. BSI (Brief Symptom Inventory)

De BSI is een zelfrapportage vragenlijst waarmee een overzicht verkregen kan worden van symptomen van psychopathologie. De BSI is een zelfrapportage-vragenlijst waarmee een overzicht verkregen kan worden van symptomen van psychopathologie. De vragenlijst is bedoeld voor volwassenen (vanaf 18 jaar)

Analyse BSI

De totaalscore van de BSI is met 47,2% afgenomen: significante daling = minder klachten*. De items met de sterkste daling zijn SOM, FOB, DEP en ANG. De items waarbij de daling het minst sterk is zijn INT en PAR.

*De klachten met de sterkste daling (verbetering) staan bovenaan

Somatische klachten (SOM)
%
Fobische angst (FOB)
%
Depressieve stemming (DEP)
%
Angst (algemeen) (ANG)
%
Psychoticisme (PSY)
%
Cognitieve problemen (COG)
%
Hostiliteit (HOS)
%
Aantal aanwezige symptomen (AAS)
%
Ernst aanwezige symptomen (EAS)
%
Paranoide gedachten (PAR)
%
Interpersoonlijke gevoeligheid (INT)
%

2. MANSA-16 (Kwaliteit van leven)

De MANSA is een multidimensionale vragenlijst ontwikkeld om de kwaliteit van leven vast te stellen. De vragen verwijzen naar tevredenheid over baan, woning, algehele gezondheid en dergelijke.

Analyse MANSA-16

De totaalscore van de MANSA-16 is met 15,5% toegenomen: significante stijging = hogere tevredenheid over eigen kwaliteit van leven.

Totaalscore (MANSA-16)
%

3. UCL (Utrechtse Copinglijst)

De Utrechtse Coping Lijst meet de copingstijl van personen, oorspronkelijk op te vatten als stijl van probleemoplossend vermogen als onderdeel van de persoonlijkheid. De uitslagen op de UCL zijn echter afhankelijk van de toestand waarin de onderzochte zich bevindt. De scores laten doorgaans pre- en posttherapie een ander profiel zien.

Analyse UCL

Gezonde copingstijllen, zoals sociale steun zoeken, zijn het meest toegenomen. Ongezonde copingstijlen, zoals een passief reactie patroon, zijn afgenomen.

Gezonde copingstijlen

Conclusie: bij aanvang behandeling bestaan er meer ongezonde dan gezonde coping stijlen. Het aantal gezonde coping stijlen is na behandeling toegenomen.

Meting 1
Meting 2

Ongezonde copingstijlen

Conclusie: bij afronden behandeling is het aantal ongezonde coping stijlen afgenomen. Tevens zijn er meer gezonde coping stijlen geactiveerd. Dit kan betekenen dat cliënten zich na behandeling meer bewust geworden zijn van hun ongezonde coping stijl en/of dat ze het gevoel hebben over het algemeen meer handvatten te hebben om met problemen om te gaan.

Meting 1
Meting 2